Kaatsheuvel in de 18e Eeuw
Berucht was de bende van de Witte Veer.
Opgejaagd vanuit Holland en Gelderland vluchtten de bendeleden de grens over en kwamen terecht in het Ravensbosch. Dit gebied tussen ’s-Graven-moer en Kaatsheuvel was voor lange tijd hun uitvalsbasis. Onder leiding van hun kapitein Kooiman en luitenant Lauri werden talrijke roofovervallen en inbraken tot in de verre omgeving georganiseerd.
Op deze kaart uit 1748 is het gebied met een cirkel aangegeven.
Meer weten over de Bende van de Witte Veer?
Lees het hier!
1700 - Op en nabij de Zandschel en bij het Vaartskwartier vestigt zich een groot aantal vagebonden, landlopers en gedeserteerde Spaanse huurlingen of, zoals ze door het volk worden genoemd, "Heydens en Egyptenaren". Zij voelen zich blijkbaar erg veilig in ons grensgebied. Deels door gebrek aan werkgelegenheid en deels door gebrek aan werklust worden zij min of meer "gedwongen" tot diefstal, afpersing, moord, smokkel, bedelarij en andere onrechtmatigheden.
Er worden 3000 nieuwe leien op het raadhuis gelegd; de spits van de kerktoren wordt ook gerestaureerd.
Loon op Zand krijgt een "schutskooi" waarin de "dorpsschutter" het loslopende vee moet onder-brengen. Dit vee kan, tegen betaling van een boete, worden opgehaald.
1702 - Emanuell II, keurvorst van Beieren en landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, legert met zijn soldaten in Loon. Hij vordert zeer veel voedsel o.a. kaas, brood, eieren, wijn, bier, enz.
Een zekere Jan Vijveren, die met dolheid is geslagen, wordt uitbesteed bij Jacob Quirijns. Deze sluit hem op in een klein huisken. Jan schijnt daarmee niet erg content te zijn geweest, want enige dagen later zien de schout en schepenen zich genoodzaakt om aan Jacob Quirijns de som van 5 gulden, 5 stuivers en 12 penningen te vergoeden, om het huisken te laten repareren.
1705 - Pastoor van Rijckevorsel uit Loon wordt gearresteerd en in 's-Hertogenbosch wederom ge-vangen gezet.
Het hele jaar heeft de bevolking veel te lijden onder de inkwartiering van verschillende troepen. Dertig tot veertig soldaten in een huis was heel gewoon.
1711 - Hendrik Neth, geboren op 4 oktober 1673 te Loon op Zand wordt, samen met zijn zwager, Cornelis van Loon opgehangen.
1712 - De Mariëndaelse molen waait om, vermoedelijk door een fout van de molenaar. De wind-kracht, een noordwesterstorm, is door hem zwaar onderschat.
1718 - De uit Kaatsheuvel afkomstige Peter Hendrix Neth, geboren op 27 mei 1671 wordt samen met Abraham van Laar, alias Aber, en Cornelis Dominicus in Geertvliet, een plaatsje in de buurt van Spijkenisse, gegeseld.
1720 - Jan Michielsen van de Sanden, alias Jan Chiele, wordt opgehangen en zijn vrouw Maria Dragonders moet met een roede om de hals toekijken en wordt daarna verbannen.
1724 - Marie Coene Prins, de vrouw van bovengenoemde Peter Hendrix Neth, wordt in juni in Loon opgehangen.
De boerderij het Ravenbosch op de foto hieronder. Het achterste, brede gedeelte is er later bijgebouwd. Over de brug naar achteren moet het pad van 's-Gravenmoer naar de Hoge Zandschel hebben gelopen.
Volgens de overlevering zou in deze hoeve een zigeunerhoofdman door soldaten, die een drijfjacht op de bende van de Witte Veer hielden, doodgeschoten zijn.
1725 - De dievenbende schijnt weer te zijn teruggekeerd in het Ravenbosch bij de Zandschellen. Otto Juin arresteert een berucht heler, Jan Peterszoon de Jongh, alias de "Horeman" en diens vrouw Jenneke van Oosterhout.
Een van de leiders van de bende, Zwarte Johannes, wordt in Loon gevangen gezet. Hij wordt geconfronteerd met de andere gevangenen en slaat na vele verhoren volkomen door.
1735 - Ary Dominicus bekent voor het gerecht in 's-Hertogenbosch, de Loonse Arnoldus de Rooij te hebben vermoord. De Schram, zoals Dominicus ook wel wordt genoemd, sterft op het schavot door onthoofding met de bijl.
1736 - In Kaatsheuvel wordt het eerste kerkje gebouwd. Voor de bouw van dit kerkje moesten de mensen naar Loon op Zand of Sprang. Het kerkje is gebouwd op de plaats van het huidige kerkhof bij de St. Janskerk.
1737 - In Loon op Zand woedt een grote dorpsbrand waarbij het hele centrum (de Kerkstraat) door de vlammen wordt verteerd. De brand is zelfs in het veraf gelegen Waalwijk te zien. Er branden 43 huizen, 13 schuren en een bierbrouwerij af. Ruim 400 personen, van jong tot oud, worden dakloos. De geraamde schade bedraagt 73.000 gulden.
In dit jaar sterven binnen de gemeente Loon op Zand 265 mensen aan de gevolgen van de zwarte pokken.
1740 - Het verhaal speelt zich af in 't Hoekske, we schrijven het jaar 1740. Simon Schalken had een goede graanoogst gehad. Hij liet zijn graan malen bij de Sprangse molen. Als ingezetene van de heerlijkheid Venloon was hij feitelijk wel verplicht om met zijn koren naar de Loonse molen te gaan, maar Sprang was nu eenmaal een stuk dichterbij dan Loon en bovendien zou de Sprangse mulder minder loon vragen. Toen Simon terugkwam van Sprang wachtte hem echter een minder prettige verrassing. Dicht bij zijn boerderij werd hij namelijk opgewacht door de dienaar van de Venloonse justitie, de vorster Arnoldus van Rijswijk. Geen gemakkelijk heerschap die van Rijswijk, zo stond hij alom in de heerlijkheid bekend. De vorster gebood Simon halt te houden. Hij monsterde paard en kar en natuurlijk de inhoud van de zakken meel.
Vervolgens vroeg hij waar Simon vandaan kwam. Simon sprak meteen de waarheid, "van de Sprangse molenaar." Vorster van Rijswijk legde meteen beslag. Niet alleen op de zakken meel, maar ook op paard en kar. Hij deed dit uit naam van de Heer van Venloon en in het bijzonder namens de rentmeester van de heerlijkheid, Bruno Geijsels.
Simon ontstak natuurlijk in woede, na een korte woordenwisseling nam van Rijswijk het paard bij de teugels en probeerde richting Loon op Zand te komen. De inmiddels toegeschoten buurtbewoners versperden de vorster de weg. Een echt opstootje dus.
De voornaamste tegenstribbelaars waren de weduwe van Simon Timmers en Peter Schalken vermoedelijk een broer van Simon. De vorster zal wel klappen hebben gekregen, ook al wordt dit niet vermeld in het processtuk. Hij laat het bij "grove" vloeken en "scheldpartijen", het een en ander gebeurde met "zeer veel heftigheid". Arnoldus van Rijswijk heeft ook tijdens de schermutselingen geroepen dat het hier om een overtreding ging tegen een ambtenaar in functie. Maar dit maakte in het geheel geen indruk op de buurtbewoners.
Peter Schalken en de weduwe Timmers gingen er met paard en kar vandoor. De gevolgen lagen voor de hand. De weduwe Timmers en Peter Schalken werden elk veroordeeld tot 60 gulden boete, dit was ongeveer een half jaarinkomen. Bovendien moesten zij nog de proceskosten betalen en die waren niet mis. Simon Schalken was zijn in beslag genomen eigendommen kwijt.
Een logische conclusie is dat met deze zaak een voorbeeld moest worden gesteld. De vele pachtboeren zullen het voortaan wel uit hun hoofd hebben gelaten om graan te laten malen op molens buiten de heerlijkheid Venloon. Terwijl het gezag als instituut, weer eens extra bevestigd werd. Vorster van Rijswijk zal na het proces wellicht als een ongenaakbare dienaar der wet over de Ketheuvelse zandwegen zijn gestapt.
1748 - In Loon op Zand woedt een grote dorpsbrand. De heide tussen Venloon en Waalwijk is nu, op het einde van het jaar, een complete legerplaats van Nederlandse en Duitse hulptroepen. Er liggen 58 bataljons en 29 esquadrons. De troepen kunnen alles gebruiken en eisen de gehele voedsel-voorraad op.
Dit jaar zijn 265 mensen, waaronder 124 kinderen, aan de gevolgen van de "zwarte pokken" overleden.
Een kaart van de omgeving Loon op Zand in 1748.
1755 - De Loonse katholieken krijgen permissie om de schuurkerk van het kasteel met planken te onderschieten.
Op 1 november, Allerheiligen, "Is er gevolgd een vreemde en besondere beweegingh in het water".
Deze beweging werd veroorzaakt door de hevige aardbeving die de stad Lissabon bijna geheel verwoestte en die verder ook de steden Fez en Marakech trof. Er ontstond een vloedgolf van 30 meter hoog en er stierven 50.000 mensen. In onze omgeving had dat tot gevolg dat sloten en wielen overstroomden. In de haventjes, in de omgeving, slingerden de schepen heen en weer en/of botsten tegen de kademuren.
1765 - De van goede familie zijnde Cornelis M. toont aan "in zijn harsens te zijn geraakt". Hij wordt onder curatele gesteld, zijn goederen ten gelde gemaakt en de opbrengst zal besteed worden aan zijn verpleging. Cornelis wordt uitbesteed bij Metkas Herwijnen op de Loonsedijk. Daar slaat hij in één dag alles kort en klein. Jan Rozenbrand neemt de patiënt over voor 75 gulden per jaar, maar Cornelis zit voortaan in een hok opgesloten.
1779 - Hieronder zie je twee foto's van de molen op de Zuidhollandsedijk genaamd "De Eendragt". De molen dateert uit 1779 en is een stenen stelling korenmolen. Thans is de molen bestemd als antiek- en curiosahuis en er is een restaurant in gevestigd.
De molen "de Eendragt" van de familie Dekkers wordt gebouwd. De molen staat aan de Zuidhollandsedijk. Tegenwoordig doet de molen geen dienst meer en is er nu het "Curiosahuis" in gevestigd. Vermoedelijk stond op deze plaats al rond 1550 een oudere molen. De wijk heette toen nog Mariëndael.