Pastoor Johannes de Bont (1839-1900)

Pastoor van 1889 tot 1900

Johannes Cornelius de Bont werd geboren op 30 maart 1839 te Waspik, als de zoon van Huibert de Bont en Pietronella van Bokhoven.

Pastoor de Bont werd op vijftigjarige leeftijd pastoor werd in Kaatsheuvel. In die tussentijd was hij o.a. professor aan het klein-seminarie in St. Michielsgestel (leraren daar werden ‘professor’ genoemd) en rector aan het gymnasium in Ravenstein. Ook was hij een periode kapellaan te Oeffelt.

 

In 1892 vroeg pastoor De Bont aan de bisschop verlof om jaarlijks tien gulden uit de kerkkas te mogen nemen om daarmee de 22 zelatricen en zelateurs van de Sint Pieterspenning – dat zijn degenen die het geld daarvoor ophalen – op een goed glas wijn te kunnen onthalen.

Je zou dit als het begin kunnen zien van wat nu bekend staat als de jaarlijkse vrijwilligersavond.

In 1893 werden bedelbrieven verspreid, in 1894 werd begonnen met de bouw en in 1895 werd deze kerk ingewijd.
Aanvankelijk was deze kerk een hulpkerk van de St. Jansparochie, maar in 1897 werd het een zelfstandige parochie.

Op 17 april 1895 legde hij als pastoor van de St. Jan de eerste steen van de HH Martelaren van Gorkumkerk aan d'n Berndijk.

De Bont zei namelijk dat de 1200 mensen uit deze nieuwe wijk het te ver vonden lopen naar de St. Jan.
En als ze toch kwamen zat deze kerk altijd te vol. Vandaar dat hij een nieuwe kerk stichtte.

Twee jaar lang bleef de kerk onder zijn pastoraat totdat in dat jaar de Berndijk een eigen pastoor kreeg.

 

Hij is elf jaar pastoor in Kaatsheuvel geweest en stierf op 7 oktober 1900 te Empel en Ver (regio 's-Hertogenbosch), op 61-jarige leeftijd.

Onder pastoor De Bont werden de thans nog in gebruik zijnde 14 kruiswegstaties aangekocht; deze zijn van de hand van Hugo Kohl en op gepolijste koperen platen geschilderd.

Vermeldenswaard is dat de inzameling voor de kruisweg onder de parochianen bijna vier keer zoveel opbracht als nodig was; het restant werd alvast gereserveerd voor de bouw van de nieuwe kerk.