Paulus I van Haestrecht

Ook genaamd ''Pauwels van Haastrecht''.

 

Paulus I van Haestrecht was omstreeks 1380 heer van de Heerlijkheden Venloon, Drunen, Tilburg en Goirle. Deze heerlijkheden werden gepacht (gehuurd) van de hertogin van Brabant en Limburg; Johanna van Brabant (1322-1406).

Illustratie: Het Witte Kasteel,
omstreeks 1400.

Het leven

Van het vroege leven van Paulus is niets bekend enkel dat hij uit Zuid-Holland komt en dat hij vóór het jaar 1380 naar Brabant is gekomen.

Rond het jaar 1387 ontvangt hertogin Johanna van Brabant in de ridderzaal van haar kasteel de heer van Venloon, Paulus van Haestrecht. Zij heeft dringend geld nodig en vraagt de rijke edelman om een lening. Als onderpand schenkt zij hem de dorpen Drunen, Tilburg, Goirle, en de ‘Tol van Venloon’. Namens de hertogin waakt Paulus over de woeste gronden in het gebied, waar vooral boeren, ambachtslieden en turfstekers wonen. Ook kreeg Paulus het kasteel d’Oultremont onder zich.

De turfvaart werd aangelegd vanaf Venloon naar de toentertijd de enige stad met marktrechten; 's-Hertogenbosch. In de 21e eeuw zijn hier nog restanten van zichtbaar in Natuurgebieden de Loonse en Drunense Duinen, Plantloon, Het Vlijmens Ven en de Moerputten.

Het Kasteel Steenenburg, op de grens van Nieuwkujk en Drunen, heeft enige tijd als verblijf gediend. Dit kasteel is 6 generaties in bezit geweest van de familie Haastrecht. Paulus van Haestrecht laat in 1383 een kasteel bouwen in Heerlijkheid Venloon, het Witte Kasteel.

Het Witte Kasteel belegerd

Van Haestrecht komt in conflict met Johanna van Brabant, door als schout van 's-Hertogenbosch de oproerige burgers (en Graafschap Holland) te steunen. Het hoogtepunt van dit conflict bereikt rond het jaar 1400 zijn hoogtepunt met de belegering van het Witte Kasteel in Venloon, waarbij Paul het verdedigingswerk Commer bemande. Het kasteel innemen lukte niet, het verdedigingswerk werd vernietigd, waarbij Paulus van Haestrecht sneuvelde. Echter werden zijn vrouw en zoon, die in het sterkere kasteel verbleven, gespaard.

 

Zijn heerschap werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik van Haastrecht.

Latere gasten van zijn Kasteel

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het kasteel in 1587 belegerd en ingenomen door het Staatse leger onder leiding van Filips van Hohenlohe-Neuenstein (1550-1606), dat met vijf stukken geschut de muren wist te slechten.

Daaropvolgend werd het kasteel door Spaanse troepen ingenomen, nadat 's-Hertogenbosch aan generaal Alexander Farnese, hertog van Parma, had verzocht om het kasteel te Loon op Zand, de schans te Engelen en een aantal andere kastelen rondom 's-Hertogenbosch te bezetten, met een troepenmacht betaald door de stad en meierij.

Personen zoals de Spaanse keizer Karel V,  Frederik Hendrik in gezelschap van de dichter Constantijn Huygens (toen secretaris van Frederik Hendrik) bezochten het kasteel. De Zonnekoning Lodewijk XIV verbleef er enige tijd, tijdens de krijgstocht in 1672, het Rampjaar, tegen de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Ook Napoleon bezocht tijdens de Franse overheersing het Witte Kasteel.