Het Witte Kasteel
Oorsprong
De heerlijkheid Venloon werd in 1296 uitgegeven door de Hertog van Brabant aan Willem II van Horne. Hierna kwam ze aan achtereenvolgens Gerard I van Horne, Willem IV van Horne, Gerard II van Horne en Johanna van Horne. Zij was gehuwd met Gijsbrecht van Abcoude en hun oudste zoon was Zweder van Abcoude.
In 1383 werd de heerlijkheid Loon op ’t Sant of Venloon, zoals de oude namen luiden, door hertogin Johanna van Brabant uitgegeven aan ridder Pauwels van Haestrecht. Deze ridder had grote plannen, want nog in hetzelfde jaar sprak hij in ’s Gravenhage over een huis en erf ‘da hi timmeren sal tot Lone’. Vier jaar later, in 1387, is er in een oorkonde van hertogin Johanna van Brabant sprake van de ‘borch van Venloen’. Deze ‘borch’ bestond uit een eenvoudige bakstenen woontoren van ongeveer 11 bij 13 meter met een muurdikte van 2 meter. De funderingen van het huidige kasteel dateren nog uit deze periode. Mogelijk is ook het fraaie ribloze keldergewelf uit deze tijd.
Loon op ’t Sant lag Pauwels van Heastrecht nauw aan het hart. Toen zandverstuivingen het dorp Venloon steeds meer bedreigden liet hij ‘zes boogscheuten’ naar het westen, vlakbij het kasteel, een nieuwe dorpskerk bouwen. Dit werd de kern van het tegenwoordige Loon op Zand.
Grote uitbreidingen
Na Paul van Haastrecht kwam de heerlijkheid aan zijn zoon, Hendrik van Haastrecht, die getrouwd was met Elsken van Dalen. Daarna kwam Dirk van Haastrecht en in 1492 kwam de heerlijkheid aan diens dochter, Maria van Haastrecht. Maria trouwde met Robbrecht van Grevenbroek en daarmee kwam de heerlijkheid aan het geslacht Van Grevenbroek. Toen Maria in 1538 stierf, kwam de heerlijkheid aan haar zoon Dirk van Grevenbroek, welke gehuwd was met Filiberta van Immerzeel. Na Dirks dood werd Filiberta vrouwe van Loon op Zand.
In de loop van de 15e en 16e eeuw werd de woontoren uitgebreid tot een groots kasteel. Waar nu de Engelse tuin is, stond een voorburcht die door middel van een overbouwde toegangsbrug met de woontoren in verbinding stond. Het uitgebreide grachtenstelsel rondom het kasteel en tuinen is hierdoor te verklaren. Aan de noordzijde werden ter verdediging aarden wallen opgeworpen. De restanten daarvan zijn nog duidelijk zichtbaar.
Personen zoals de Spaanse keizer Karel V, Frederik Hendrik in gezelschap van de dichter Constantijn Huygens (toen secretaris van Frederik Hendrik) bezochten het kasteel. De Zonnekoning Lodewijk XIV verbleef er enige tijd, tijdens de krijgstocht in 1672, het rampjaar, tegen de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Ook Napoleon bezocht tijdens de Franse overheersing Het Witte Kasteel.
Tegenwoordig
Het tegenwoordige aanzien van Het Witte Kasteel werd bepaald door een renovatie omstreeks 1777. Het geslacht Van Salm tot Salm, toen in het bezit van de heerlijkheid, gaf het kasteel de oorspronkelijke vorm van de woontoren terug. De voorburcht en de overbouwde toegangsbrug werden afgebroken. De ingang van de toren werd van de oostzijde verplaatst naar de noordzijde, waar een nieuw voorplein met bijgebouwen verrees (koetshuis en neerhuis). Ook het interieur werd aangepast aan de wensen die men in 18e eeuw had met betrekking tot comfort.
Die aangename rust werd in de Tweede Wereldoorlog ruw verstoord toen Het Witte Kasteel na beschietingen zwaar beschadigd werd. Een indrukwekkende restauratie, voltooid in 1950, gaf Het Witte Kasteel zijn oude verschijning weer terug.
Op 19 september 2015 is het kasteel begonnen aan een nieuwe start. Sinds maart 2014 hebben we hard gewerkt aan het opknappen van het kasteel, bijgebouwen en de tuin. Hier worden nu gelegenheid gegeven om het Kasteel als trouw-, feest- en/of uitvaart locatie aan te bieden; https://hetwittekasteel.nl/.
Het belang van de historische buitenplaats Loon op Zand is dus groot en veelzijdig: cultuurhistorisch, architectonisch, archeologisch, ecologisch en landschappelijk erfgoed zijn hier gebundeld in één monument dat bovendien een lust voor het oog is.
Het gebouw zelf
Het oudste deel van het kasteel stamt vermoedelijk uit 1387. Er bestaat een akte gedateerd 1387, waarin staat dat een huis moest worden getimmerd in Lone. Het betrof een omgrachte donjon van 11 bij 13 meter. Het kasteel werd uitgebreid in de 15e en 16e eeuw. Er verrezen bijgebouwen, zoals onderkomens voor soldaten, een smederij en een bakkerij. Ook werden vleugels aan het kasteel gebouwd.
In 1777 werden deze vleugels gesloopt, en ook het monumentale poortgebouw met opschrift: Melius est mori quam facere contra bonam virtutem (Het is beter te sterven dan tegen de goede deugden te handelen). Van de donjon werd de bovenverdieping verwijderd, en de rest werd opgenomen in het nieuwe gebouw. Voorts kwam er een koetshuis en een woning voor het personeel. Ook werd er een tuin aangelegd. De oude kelder bleef gehandhaafd. Deze bestaat uit een kruising van twee gewelven. Het huidige kasteel omvat 12 kamers, een kelder en een zolder.
Het omringende landgoed is 4 ha groot en omvat een Engelse, een Franse, een gazon- en een bostuin. Het wordt zo goed mogelijk in de originele staat gehandhaafd.