Na 10 jaar nog slachtoffers... 

Op woensdagavond 10 juli 1957 ging Jan van Gorkum (1918-1972) naar dhr. Donders, waar hij op bezoek ging. Dhr. Donders was een hondenboer en woonde daar in een blok van drie huisjes met onder andere Koos Sings en dhr. Opperman.

Door de buurt galmde een enorme explosie en heel iedereen uit de buurt vloog naar buiten om te kijken wat er aan de hand was.

De zoon van Opperman, Jan Opperman had samen met de jongen van dhr. Verhoeven een handgranaat gevonden bij de M.A.St. (Munitions Ausgabe Stelle), een voormalige Duitse munitieopslag tussen Kaatsheuvel en Loon op Zand. De twee jongens probeerde deze handgranaat door te zagen tussen de bankschroef, toen deze explodeerde.

De 14-jarige zoon van Opperman was opslag dood, de jongen van Verhoeven was zwaar gewond en vrouw Opperman die stond te strijken kreeg een aantal granaatschijven in haar rug. Omdat Jan van Gorkum in de buurt was, was hij er ook als eerste terplekke.

Jan tilde de jongen van Verhoeven onmiddelijk naar buiten, waarop de jongen aan Van Gorkum vroeg of hij nog wel al zijn vingers had. De jongen van Verhoeven kwam anderhalve dag later aan inwendige bloedingen te overlijden, hij werd 12 jaar. Beide jongens werden begraven op het St. Jozefkerkhof, schuin achter Van Gorkums eigen vroeg overleden zoontje.